Vooruitzicht Europees mededingingsrecht
Terwijl 2023 zijn einde nadert, werpen GCs een blik vooruit op het juridische landschap van 2024. In dit artikel worden de nieuwe ontwikkelingen van het mededingingsrecht weergegeven. Nieuwe richtsnoeren en wijzigingen in verordeningen op het gebied van het mededingingsrecht; is het nog wel mogelijk voor GCs om hun strategieën onaangepast te laten?
Recente wijzigingen in verordeningen
Op 1 juli 2023 zijn de herziene horizontale groepsvrijstellingsverordeningen (‘HGVV’s’) inzake onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten en specialisatieovereenkomsten in werking getreden. De herziene HGVV’s en richtsnoeren inzake horizontale samenwerkingsovereenkomsten (zie ook hieronder) verschaffen bedrijven heldere en actuele handvatten om te beoordelen of hun horizontale samenwerkingsovereenkomsten in overeenstemming zijn met Europese mededingingsregels. De herziene regels bepalen onder meer dat méér dan twee ondernemingen nu ook afspraken over het volledig of gedeeltelijk beëindigen van de vervaardiging van bepaalde producten onder de vrijstelling kunnen brengen.[1] Verder bevatten de richtsnoeren verschillende toevoegingen, zoals een uitbreiding en verduidelijking van inkoopovereenkomsten.[2] In dit herziene hoofdstuk wordt een onderscheid tussen gezamenlijke inkoop en koperskartels uiteengezet. Daarnaast wordt een verduidelijking gegeven over de gezamenlijke inkoop die regelingen omvat waarbij kopers gezamenlijk onderhandelen over aankoopvoorwaarden, maar vervolgens individueel aankopen. Verder krijgen mogelijke concurrentieverstorende effecten aan de upstream-aanbodzijde meer aandacht en worden handvatten gegeven voor bepaalde gezamenlijke onderhandelingstactieken, waaronder het gebruik van tijdelijke orderstops. In de toekomst wordt dit voor GC belangrijk, omdat de herziene HGVV’s van invloed zullen zijn op de manier waarop ondernemingen horizontale samenwerkingen tussen concurrenten kunnen vormgeven. Review door de GC van horizontale overeenkomsten en hun juridische strategieën naar aanleiding van de gewijzigde regelgeving wordt aangeraden.
Nieuwe richtsnoeren van de EU-Commissie: mededinging en duurzaamheid
Aansluitend op de HGVV’s, staat in voornoemde richtsnoeren een speciaal hoofdstuk over mededinging en duurzaamheid. Deze nieuwe richtsnoeren vervangen de versie uit 2011 en hebben tot doel toetsing van de horizontale samenwerkingsovereenkomsten aan de Europese mededingingsregels te vergemakkelijken. Een nieuw deel van de horizontale richtsnoeren behandelt duurzaamheidsovereenkomsten en benadrukt dat antitrustregels geen belemmering vormen voor concurrenten die gezamenlijke duurzaamheidsdoelen nastreven. Het is echter belangrijk op te merken dat de nadruk op duurzaamheid niet impliceert dat andere relevante mededingingsvoorwaarden genegeerd kunnen worden; duurzaamheidsdoelen zijn slechts één aspect binnen het bredere kader van mededingingswetgeving. De richtsnoeren hanteren een ruime omschrijving van duurzaamheidsdoelen en stellen voorwaarden aan een vrijstelling voor duurzaamheidsnormen. Bedrijven worden daarom aangemoedigd informeel advies bij de Commissie in te winnen voor naleving van de mededingingsregels, wat kan dienen als aanvulling op het algemene analysekader dat is opgenomen in het nieuwe hoofdstuk over duurzaamheid. Deze nieuwe richtsnoeren zullen daarom in 2024 mogelijkheden bieden voor horizontale samenwerking tussen ondernemingen.
Ontwerp Bekendmaking over de relevante markt
Een laatste belangrijke ontwikkeling is het onderzoek dat de Europese Commissie is begonnen naar de vraag of de Bekendmaking van 1997 over de marktafbakening in het kader van de toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU moet worden herzien. De marktafbakening is een middel om de reikwijdte van concurrentie tussen bedrijven af te bakenen. Om vast te stellen of een onderneming de mededingingsregels schendt, dient een marktafbakening plaats te vinden van zowel de productmarkt als de geografische markt. Het doel van de herziening is ervoor te zorgen dat de Bekendmaking helder en actueel is, en op een gemakkelijke en toegankelijke manier een consistente benadering biedt voor marktafbakening in zowel antitrust- als concentratiezaken, ongeacht de bedrijfstak. De Commissie heeft een ontwerp-Bekendmaking gepubliceerd en een openbare consultatie gehouden. De kern van de wijzigingen betreft onder meer het toevoegen van jurisprudentie van het Hof van Justitie van de afgelopen 25 jaar. Ook worden geactualiseerde richtsnoeren toegevoegd voor de methoden die worden gebruikt voor de afbakening van de markten. In de concept-Bekendmaking behoudt de Commissie flexibiliteit bij de toepassing van de regels die erin worden uitgelegd. De Bekendmaking zal daarom nuttig zijn voor ondernemingen om te bepalen welke instrumenten zij voor de afbakening van de relevante markt in een specifiek geval kunnen toepassen. De Commissie kan verschillende categorieën en bronnen van bewijs gebruiken om markten af te bakenen, waarbij het bepalend criterium zal zijn of de marktafbakening en de daaraan ten grondslag gelegde uitgangpunten ‘betrouwbaar’ zijn. Er is geen verplichting voor de Commissie om voor alle genoemde factoren bewijs te verzamelen en er wordt geen strikte hiërarchie gehanteerd voor verschillende informatiebronnen of soorten bewijs. Deze benadering is gebaseerd op de jurisprudentie van het Hof van Justitie en stelt de Commissie in staat efficiënt en snel te handelen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van elke zaak. Gelet hierop kunnen bedrijven geen zeer precieze en eenduidige leidraad verwachten voor het betrouwbaar definiëren van markten in grensgevallen. Het lijkt er dan ook op dat de uiteindelijke Bekendmaking grotendeels in lijn zal zijn met dit ontwerp. De verwachting is dat de herziene Bekendmaking nog eind dit jaar zal worden gepubliceerd, zo blijkt uit contact met de Commissie.
- Voor de volledige definitie van ‘eenzijdige specialisatieovereenkomst’ wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 sub a en naar artikel 5 van Verordening (EU) 2023/1067 van de Commissie.
- Zie hiervoor het kopje „Nieuwe richtsnoeren van de EU-Commissie: mededinging en duurzaamheid”.