Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten

Een nadelig vonnis: wat nu?

Een nadelig vonnis kan financiële en reputatieschade veroorzaken. Het is vaak aan de General Counsel (“GC”) om de juridische en financiële gevolgen te analyseren en te beslissen over een mogelijk appel. Deze bijdrage belicht de belangrijkste overwegingen voor de GC bij het maken van deze analyse.

Hoger beroep of berusten?

Bij het overwegen van een hoger beroep dient de GC de slagingskans, financiële gevolgen, impact op de bedrijfsvoering en bredere strategische belangen van de onderneming zorgvuldig tegen elkaar afwegen. Voor de beoordeling van de slagingskans is het soms raadzaam een second opinion te vragen van een andere advocaat; dat kan ook een wens zijn van de betrokken verzekeraar.

Een hoger beroep biedt de mogelijkheid het nadelig vonnis te laten herzien, voorkomt dat het vonnis bindend wordt tussen partijen en kan de wederpartij bewegen tot onderhandelen over een schikking. Echter, het hoger beroep kan de juridische kosten aanzienlijk verhogen en de duur van het proces verlengen. Daarbij brengt een procedure de nodige onzekerheid met zich mee, wat zowel intern als extern voor onrust en zelfs reputatieschade of verlies van marktaandeel kan zorgen. In sommige gevallen loont het daarom om de procedure niet verder voort te zetten en te berusten in de uitspraak.

Overigens is het vaak mogelijk om een appeldagvaarding uit te laten brengen tegen een datum die (ver) in de toekomst ligt, zonder dat daarin de inhoudelijke gronden van het hoger beroep nog zijn opgenomen. Daarmee wordt tijd gewonnen om te bezien of aanvullend bewijs kan worden verzameld, terwijl de wederpartij mogelijk alsnog de prikkel voelt om te schikken.

Voorkomen executie?

Indien het vonnis in eerste aanleg uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, betekent dit dat het vonnis direct ten uitvoer kan worden gelegd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Dat kan onwenselijk zijn, zeker indien het risico bestaat dat er geen verhaal (meer) is op de wederpartij bij een succesvol hoger beroep. Om dit te voorkomen kan er in het hoger beroep een incident worden opgeworpen om de executie van het vonnis te schorsen, dan wel in een zogenaamd ‘executie kort geding’ worden geëntameerd.

Beide procedures kennen min of meer dezelfde maatstaven voor toewijzing. Een grond voor toewijzing van de vordering is als sprake is van een evidente misslag in het vonnis, waar niet snel sprake van zal zijn. Een andere grond houdt in dat wederpartij door het tenuitvoerleggen van het vonnis misbruik maakt van haar bevoegdheid, omdat de wederpartij geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid in afwachting van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Het enkel aanwezig zijn van een restitutierisico is hiervoor niet voldoende.

De keuze voor het treffen van een procedure ter voorkoming van executie kan (ook) strategisch worden ingezet om tijd te winnen, de wederpartij te bewegen naar het treffen van een minnelijke regeling en de druk van executie weg te nemen tijdens het hoger beroep. Opmerking verdient dat de drempel voor het toewijzen van een vordering tot schorsing van de executie in kort geding dan wel in het incident in hoger beroep erg hoog ligt. Het is dan ook raadzaam om voorafgaand het maken van de keuze overleg te voeren met een advocaat.

Communicatie en reputatiemanagement

De GC heeft voorts een belangrijke rol bij het managen van de interne en externe onrust die kan worden veroorzaakt door het negatief vonnis, zeker indien dat openbaar is (dat is in arbitrage niet het geval) en het om grote bedragen of rechtsvragen draait. De manier waarop over het vonnis wordt gecommuniceerd, kan namelijk bepalend zijn voor hoe het vonnis wordt ontvangen en de uiteindelijke impact op de reputatie van de organisatie. Afhankelijk van de verwachte impact van het vonnis kan het raadzaam zijn een media-adviesbureau in te schakelen, bij voorkeur reeds voordat het vonnis is gewezen zodat snel gereageerd kan worden na het krijgen van het vonnis.

Herstructurering en risicomanagement

Soms kan er ook lering worden getrokken uit een nadelig vonnis om herhaling in de toekomst te voorkomen. Een nadelig vonnis biedt dan ook een goede gelegenheid de bredere strategische keuzes binnen de onderneming te heroverwegen. Of, in het geval hoger beroep is ingesteld, kan het de onderneming de tijd bieden om de interne organisatie alvast voor te bereiden op eventuele uitkomsten of om parallelle strategieën te ontwikkelen. In beide gevallen valt te denken aan een herstructurering of aan het versterken van het bestaande risicomanagement. Concrete voorbeelden zijn: het herstructureren of afstoten van bepaalde bedrijfsactiviteiten, het herzien van investeringsplannen, het verbeteren van compliance-programma’s, het versterken van contractmanagement en -processen, het implementeren van strengere interne controles en het opzetten van systemen voor continue monitoring en evaluatie van juridische risico’s.

Conclusie

Een nadelig vonnis vereist een nauwkeurige afweging van de juridische, financiële en reputatie gebonden aspecten van de zaak en de onderneming. De GC vervult hierin een sleutelrol, aangezien afwegingen en beslissingen direct bijdragen aan de continuïteit en het succes van de onderneming. Een adequate aanpak van de GC kan bijdragen aan het minimaliseren van financiële, operationele en reputatieschade, maar eveneens bijdragen aan de duurzame groei en stabiliteit van de onderneming op lange termijn. Een nadelig vonnis moet daarom niet alleen worden gezien als een tegenslag, maar eveneens als een kans om de interne processen te versterken.

Over dit bericht

Plaatsingsdatum: 4 september 2024
Gepubliceerd op www.generalcounsel.nl

Ook interessant