De juridische kwalificatie van platformarbeid (b)lijkt toch niet zo ingewikkeld
Volgens de rechtbank Amsterdam zijn chauffeurs die zich in persoon aan Uber hebben verbonden en via de Uberapp passagiers vervoeren, werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Vakbond FNV, die deze zaak had aangespannen, heeft deze gisteren glansrijk gewonnen. Uber moet alsnog de CAO Taxivervoer naleven en aan de chauffeurs die hiervoor in aanmerking komen achterstallig loon uitbetalen. Wat valt op aan deze uitspraak?
-
Het algoritme van de Uberapp is ‘modern werkgeversgezag’
De centrale vraag in deze uitspraak was of de chauffeurs waren onderworpen aan door Uber uitgeoefend werkgeversgezag. De rechtbank oordeelt van wel en omschrijft het algoritme van de Uberapp als ‘modern werkgeversgezag’.
-
Uber bepaalt eenzijdig de voorwaarden en instelling van de app
Chauffeurs kunnen zich alleen aanmelden bij Uber via de Uberapp, waarvan de voorwaarden eenzijdig door Uber worden vastgesteld. De instelling van deze app kan Uber eenzijdig wijzigen. (En los van deze app: bij klachten van passagiers beslist Uber eenzijdig de oplossing.)
-
Het algoritme werkt instruerend
Het algoritme werkt volgens de rechtbank instruerend. De Uberapp bepaalt op basis van een grote hoeveel informatie welke chauffeur (als eerste) een rit krijgt aangeboden en adviseert een route. De aan de klant geïndiceerde ritprijs is gebaseerd op basis van die route en de door Uber eenzijdig vastgestelde tarieven.
-
Het algoritme werkt disciplinerend
De Uberappp – althans het ingebouwde algoritme – werkt ook disciplinerend, aldus de rechtbank. Een lage gemiddelde beoordeling door passagiers kan leiden tot verwijdering van het platform. Een hoge beoordeling is een belangrijke voorwaarde voor het aanbieden van financieel aantrekkelijke ritten aan een chauffeur. Bij driemaal weigeren van de rit wordt de chauffeur automatisch van het systeem uitgelogd.
-
Inloggen leidt tot onderwerping aan werkgeversgezag
Zodra chauffeurs inloggen zijn zij onderworpen aan het door Uber ontworpen algoritme en vallen zij onder het moderne werkgeversgezag van Uber, zo overweegt de rechtbank. Nu aan de andere criteria voor de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst (te weten: loon en (persoonlijke) verrichting van de arbeid) volgens de rechtbank overduidelijk is voldaan, zijn de chauffeurs dus werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst.
Gevolgen: nabetaling van achterstallig loon, maar welk loon?
Met dit vonnis zijn de chauffeurs van Uber er nog niet. Er zal hoe dan ook nog een ingewikkelde discussie volgen over wat in deze onder achterstallig loon moet worden verstaan. Uit de feitenvaststelling blijkt dat Uber zich op het standpunt heeft gesteld dat het uurloon van een chauffeur gemiddeld circa € 25,- bedraagt, terwijl de FNV heeft voorgerekend dat de gemiddelde Uber chauffeur circa € 9,- bruto per uur verdient, daarbij – conform cao Taxivervoer – ervan uitgaande dat wachttijd tussen de ritten en werkzaamheden als tanken en autowassen zich ook als werktijd kwalificeert. De rechtbank heeft zich over de vraag of de chauffeurs gedurende wachttijd recht hebben op loon niet uitgelaten. Deze vraag viel buiten de reikwijdte van de beoordeling van het geschil. Dit maakt de uitvoering van het vonnis, ook omdat het volgens de FNV om circa 4.000 chauffeurs gaat, extra complex.
Gelijkenissen met Deliveroo arrest
De Uber uitspraak vertoont gelijkenissen met het Deliveroo-arrest van het gerechtshof Amsterdam van eerder dit jaar. Ook in die zaak luidde het oordeel dat de koeriers van deze bezorgdienst op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn (geweest) en conform de toepasselijke cao betaald moeten worden. Deliveroo heeft tegen deze uitspraak cassatieberoep ingesteld, zodat de Hoge Raad zich hierover nog zal buigen. Uber heeft inmiddels ook al aangekondigd in beroep te gaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.
Vrijwel zeker Europese regelgeving op komst
Het toeval wil dat er gisteren door het Europarlement gedebatteerd is over een onlangs door de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van het Europees Parlement met grote meerderheid aangenomen wetgevende initiatiefrapportage. Deze rapportage roept op om de arbeidsmarktpositie van platformmedewerkers (de chauffeurs van Uber, maar ook de bezorgers van Deliveroo) flink te versterken. Als het Europees Parlement hierin meegaat, is de verwachting dat er stevige Europese wetgeving over platformarbeid komt. Het idee is dat de platformmedewerkers voortaan als werknemers moeten worden behandeld, tenzij het platform kan aantonen dat de werkers weldegelijk zelfstandig zijn. Mede gelet op de steeds bestendiger wordende lijn in de Nederlandse platformuitspraken lijkt dat laatste een steeds groter wordende uitdaging ….
Voor vragen en/of advies over bovenstaande kunt u contact opnemen met ons team Arbeidsverhoudingen en onderneming.